Gitaardocent Alexander Stakenburg
Oefen nooit meer dan drie of vier uur per dag. Niemand kan zich langer dan dat concentreren en je moet de rest van je tijd besteden aan het leren over het leven, liefde, kunst en alle andere mooie dingen in de wereld. Als een jongere de hele dag in zijn oefenkamer zit, wat kan hij dan tot uitdrukking brengen in zijn muziek? Arthur Rubinstein

Wat onderscheidt een gitaardocent? Een goede gitaarleraar is in staat om het gehele ontwikkelingsproces met het instrument te overzien en beschikt over de pedagogsiche en communicatieve vaardigheid om mensen, jong en oud, te begeleiden op de weg naar hun muzikale doel.

Daarnaast beschikt hij over de instrument-technische verdieping en de pedagogische fundamenten die onmisbaar zijn om comfortabel te kunnen navigeren van het ene uiterste naar het andere, qua muziekstijlen en leerstijlen, wat bij een veelzijdig leerlingenaanbod de orde van de dag is.

Ik ben afgestudeerd aan het Conservatorium van Amsterdam (AHK), richting ‘lichte muziek’. Daar heb ik me gestort op de jazz en aanverwandte muziekstijlen, ik was vooral diep geïnteresseerd in het improviseren. Wie goed jazz kan spelen kan zich vaak met groot gemak ook andere muziekstijlen eigen maken. Ik heb een brede muzikale interesse, maar de stijlen blues, jazz en country hebben altijd een sterke invloed op mijn spel gehad.

Alhoewel gitaarspelen, componeren en gitaarles geven een belangrijke plaats innemen in mijn leven, ben ik bovenal een family-man; vader, echtgenoot, christen. In deze dingen vind ik inspiratie die mijn passie voor de muziek versterkt.

Ik begon met muziek vanzelfsprekend als luisteraar. Er was jazz in huis van Nederlandse bodem: Louis van Dijk, Toots Thielemans. Prachtige muziek die me al vroeg aansprak.

Na enige tijd een ongemotiveerde pianoleerling te zijn geweest (ik denk dat het aan de vorm van de lessen lag: dat er in de lessen niet de nadruk werd gelegd op improvisatie en eigen creativiteit had daar vast en zeker een grote invloed op), begon ik vrij laat met gitaarspelen, ik was een jaar of 16.

Vanaf mijn 14e was ik vaak bezig met pianospelen en muziek programmeren op de computer, we hadden het huis immers vol staan met muziekinstrumenten, waaronder een elektrische piano en een synthesizer.

Op gitaar was ik grotendeels autodidact tot ik toegelaten werd tot de faculteit voor jazzgitaar van het Hilversums Conservatorium, wat destijds hét Conservatorium voor Jazz was. Dit Conservatorium fuseerde tijdens mijn studie met het Conservatorium van Amsterdam.

In die tijd vóórdat ik naar het Conservatorium ging, kende ik geen mensen die werkelijk wisten hoe je echt goed kon worden op gitaar of me daarmee konden helpen. Dit is een van de voornaamste redenen dat ik ook ben gaan lesgeven, om enthousiaste gitaristen te helpen zo goed mogelijk te leren spelen. Ik heb heel vaak gedacht: “Dat had ik wel eens wat eerder willen weten/snappen”. Daarom besef ik nu hoe waardevol het is om kennis en ervaring door te geven, vooral bij de uitvoerende kunsten, waarvan muziek de voornaamste is.

In het jaar 2000 heb ik mijn eindexamen jazzgitaar gedaan op het Conservatorium van Amsterdam (CVA). Na een uitstapje van zeven jaar in de ICT ben ik sinds september 2007 fulltime aan het lesgeven, met daarnaast mee te werken aan optredens, bandjes, opnames.

Als ik opnieuw moest kiezen zou ik zeker weer voor de gitaar kiezen. Het is zo’n veelzijdig instrument: Je kunt het gemakkelijk meenemen, je kunt erop soleren en begeleiden, er zijn heel veel verschillende soorten gitaren en je kunt er veel verschillende klanken mee maken, dus afwisseling genoeg, en daar houd ik van. Ik moet er wel bij zeggen dat de klank mondharmonica altijd een speciale plaats heeft ingenomen.

Muzikaal gezien heeft alles omtrent de jazz mijn voorliefde. Dan bedoel ik wel “jazz” in de breedste zin van het woord. Een flinke dosis “rock-feel” of “soul”, “funk” en “salsa” wordt niet geschuwd! Als het swingt of een stevige groove heeft en mooie akkoorden en melodielijnen heeft, dan doe ik mee. Maar ook rock, metal, blues, pop, latin, rap, r&b, klassiek, country, bluegrass, soul en nog veel meer kan ik met plezier beluisteren of spelen.

Alhoewel ik mezelf beschouw als een ‘elektrische gitarist’, is de akoestische gitaar de laatste jaren een steeds grotere rol gaan spelen in mijn activiteiten. Vooral Gypsyjazz speelt tegenwoordig een belangrijke rol, en ik treed regelmatig op met het Europese Swing/Jazz trio: Trio Brandhout, waar ik de rol van leadgitarist op me neem. Daarnaast neem ik regelmatig ook graag de basgitaar ter hand.

Gepassioneerd, toegewijd en vakbekwaam

Als gediplomeerde gitaarleraar en als musicus, afgestudeerd aan het Conservatorium van Amsterdam, ben ik erg trots op mijn vak!

Om deze lesbevoegdheid te krijgen is er heel hard voor gewerkt en het doet mij veel plezier om andere mensen te helpen hun muzikale doelen te bereiken.

Wie een Conservatorium opleiding doet houdt zich naast het studeren op het hoofdvakinstrument en alles wat ermee te maken heeft, ook bezig met de pedagogiek van het lesgeven. Men bereidt zich grondig voor op het functioneren in een professionele lespraktijk en het lesgeven aan alle niveaus en leertypes.

Kwaliteiten die men gedurende dit proces op hoog niveau ontwikkelt zijn o.a.: Discipline, doorzettingsvermogen, concentratie, muzikaal begrip, muzikale kennis, gerichte kennis en vaardigheden op het instrument, toepasbare pedagogische kennis en inzicht, creativiteit, organiseren en structureren van toepasbare informatie, etc.

Als leerling ben je er daarom van verzekerd dat je les krijgt van een gepassioneerde fulltime musicus, die er elke dag mee bezig is om de kunst te beoefenen en verder te ontwikkelen.

Muziek maken, dat is Genieten in het Groot en dat is precies de reden dat ik fulltime met muziek bezig ben, met lesgeven, optreden, jammen, componeren en arrangeren.

Muzieklessen met een informeel karakter hoort bij het nieuwe lesgeven. Muziek maak je als liefhebberij, met passie, voor de lol, als een plezierige tijdsbesteding. Dit beschouwen wij als een goede ontwikkeling.

Voor een docent is het heel belangrijk om te kunnen onderscheiden of een leerling zich goed ontwikkelt op het instrument.

Goede docenten kennen de inhoud van ‘het oude lesgeven’: het formele karakter van de muziekschool van vroeger en kunnen een bedachtzame koppeling maken tussen formele technieken en noodzakelijke kennis, en het leuke leren met moderne inzichten en hulpmiddelen, doordat zij een helder onderscheid hebben dat voortkomt uit het muzikale en pedagogische niveau dat zij ontwikkeld hebben door jarenlange intensieve studie en ervaring.

Dit beschouw ik als ‘het nieuwe lesgeven’.

Het is enorm plezierig om muziek te maken, vooral wanneer ‘het lukt’! Als docent streef ik er voortdurend naar om muziekliefhebbers zó te begeleiden dat latere frustraties en belemmeringen voorkomen en vermeden worden. In mijn lespraktijk is dat de missie!

Ik put dagelijks uit de rijke ervaringen die ik heb opgedaan in mijn vooropleiding en wil mijn kennis graag doorgeven. Dit vind ik heel belangrijk, want om een instrument echt met gemak en dus plezier te bespelen, zijn een goede techniek en de juiste kennis essentieel.

Daarom hecht ik veel belang aan het pedagogisch inzicht dat nodig is om goed les te kunnen geven en de juiste sturing te kunnen geven.

Een goede docent voorziet op tijd waar men scheef zou kunnen groeien in de muzikale of instrumentale ontwikkeling en springt daar tijdig en goed op in.